Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Voorts geschiedde het in [1]hetzelfde jaar, in het begin des koninkrijks van Zedekia, koning van Juda, in het [2]vierde jaar, in de vijfde maand, [dat] [3]Hananja, zoon van [4]Azur, de [5]profeet, die van [6]Gibeon was, tot mij sprak, in het huis des HEEREN, voor de [7]ogen der priesteren en des gansen volks, zeggende: 1. Als hij Zedekia, de priesters en het volk vermaand had [gelijk boven hfdst.27 vs.12, enz.] hun hals te buigen onder het juk van den koning van Babel. 2. In hetwelk de koning Zedekia ook een gezant gezonden heeft naar Babel, zie onder hfdst.51 vs.59. 3. Hebreeuws, Chananja. 4. Hebreeuws, Azzur. 5. Versta, valse profeet, alzo in het volgende. 6. Eene stad der priesters, Joz.21:13,17. 7. Dat is, in de tegenwoordigheid, en zo dikwijls in het volgende.